Vleesetende planten: dat klinkt best bizar omdat we planten toch in het algemeen zien als onschuldig en onbeweeglijk. Nu is dat ‘vleeseten’ ook in het algemeen beperkt tot kleine insecten, maar het is toch bijzonder. Iedereen heeft waarschijnlijk wel eens een Venus Vliegenvanger gezien en al komt deze niet van Venus, de plant ziet er beslist exotisch uit. Dat geldt ook voor andere vleesetende planten en ze kunnen een blikvanger zijn in je kamer. Maar eerst wat algemene zaken en tips over de verzorging. Het is vaak even moeite doen om je vleesetende plant goed te verzorgen.
Inhoudsopgave
Waarom zijn vleesetende planten ontstaan?
Om te kunnen overleven en groeien heeft iedere plant op aarde een aantal zaken nodig: (zon)licht, water, Co2 en mineralen. Planten hebben zich aangepast om ook moeilijke plaatsten te veroveren. In het moeras zijn er gebieden waar bijzonder weinig mineralen in de bodem zitten. Daar vind je de vleesetende planten. Ze halen de voedingsstoffen niet uit de zeer arme bodem maar verteren gevangen insecten om aan mineralen te komen voor de groei. Om de verzorging goed aan te pakken, moet je rekening houden met de plaats waar deze planten in de natuur zich hebben gevestigd.
Wat eten vleesetende planten?
Zoals je hierboven in de inleiding al hebt kunnen lezen, eten vleesetende planten eigenlijk alleen kleine insecten. Daardoor worden deze planten bijvoorbeeld ook vaak ingezet als je last hebt van rouwvliegjes. Er zijn ook vleesetende planten die muggen vangen.
Hoe verzorg je vleesetende planten?
Het is van belang dat je een aantal zaken goed in de greep houdt bij vleesetende planten.
Water
Een vleesetende plant zal wellicht een tijdje kraanwater verdragen, maar het is beslist niet goed voor de ontwikkeling. In tegenstelling tot ‘gewone’ planten, zijn de wortels van vleesetende planten niet echt ‘intelligent’. Alle stoffen die opgelost zijn in kraanwater worden opgenomen in de plant, ook voor de plant giftige stoffen. Geef een vleesetende plant om die reden dan ook regenwater of gezuiverd water. Voor een moerasplant is een constant vochtige bodem een noodzaak.
Grond
De grond waarin een vleesetende plant staat moet vrijwel geen voedingsstoffen bevatten. Standaard potgrond is niet geschikt, er is speciale grond beschikbaar voor vleesetende planten. Let ook op dat de pot waarin de plant wordt geplaatst geen stoffen mag afgeven aan de grond. Een simpele recyclebare plastic binnenpot is geschikt. Een vleesetende plant mag onder geen voorwaarde plantenvoedsel hebben. ‘Voederen’ met insecten is mogelijk maar zelden nodig, besef dat de plant zeer lang doet over het verteren van een enkel exemplaar.
Zon
De meeste vleesetende planten houden van voldoende zonlicht, maar niet op het heetst van de dag. Ook een winterpauze is vaak aan te raden. Let even op de bijzonderheden van de plant die jij aanschaft om de beste plek te vinden.
7 populaire vleesetende planten
Hieronder staan een aantal populaire vleesetende planten.
1. Venus Vliegenvanger (Dioneae)
De meest bekende vleesetende plant komt oorspronkelijk uit de moerassen in Noord-Amerika en Canada. In onze streken kan deze dan behoudens de winter buiten staan. De plant wil een constant vochtige bodem en om die reden kan je de pot (met gaten) het best op een schoteltje plaatsen, zodat je altijd kan checken of er voldoende water is. De Venus Vliegenvanger staat graag in de zon, daardoor worden de klapvallen ook sterker. De plant vangt buiten voldoende insecten om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Een val kan maar enkele keren dichtklappen en verdort daarna. Verwijderen is dan noodzakelijk.
2. Zonnedauw (Drosera)
De zonnedauw komt overal ter wereld voor waar er moerassen zijn, dus ook in Nederland. Deze plant gebruikt een kleefval. Op de bladeren lijken dauwdruppeltjes te zitten die echter kleverig zijn en kleine insecten fataal kunnen worden. Zonnedauw uit tropische streken kan je beter binnen zetten. De soorten uit Europa staan liever buiten. Veel water en zon zijn noodzakelijke voor een gezonde Drosera. Indien de kleefdruppels verdwijnen, is de luchtvochtigheid te laag.
3. Vetblad (Pinguicula)
Het vetblad komt in heel Amerika en op sommige plaatsen in Europa en Azië voor. Ook deze plant werkt met een kleefval. Kleine druppeltjes op de bladeren ruiken heerlijk voor insecten. De kleefstof daarin is slechts sterk genoeg voor kleine vliegende insecten. Een huisvlieg weet zich meestal te bevrijden. Vetblad krijgt leuke paarse bloemen en is een echte eyecatcher. De soorten die als kamerplanten worden verkocht kan je ook beter binnen plaatsen. Voldoende water en zon is noodzakelijk, maar vetblad is minder veeleisend dan de meeste vleesetende planten.
4. Trompetbekerplant (Sarracenia)
De trompetbekerplant komt uit de subtropische moerassen van Noord-Amerika. De insecten worden gevangen in de bekers die heerlijk geuren voor de prooien. Onderin de beker zitten enzymen die de prooien verteren. De plant kan buiten staan, maar heeft behoefte aan winterrust. In de kamer doet deze het meestal niet goed. Zowel wat zon als water betreft, heeft de trompetbekerplant het liefst zoveel mogelijk. De bekers verdorren op den duur en moeten dan verwijderd worden.
5. Bekerplant (Nepenthes)
De bekerplant komt voor in tropische moerassen. De insecten worden gevangen in bekers die in het algemeen voor 1/3 deel zijn gevuld met water en enzymen. De verzorging is gebaseerd op de afkomst. In ons klimaat staan ze liever binnen. Hoge luchtvochtigheid is een noodzaak, dus minimaal eenmaal per dag sproeien is een goed idee. Water geven moet ook een dagelijkse routine worden. De plant kan slecht tegen direct zonlicht, omdat dit in de natuurlijk omgeving wordt afgevangen door grotere planten. In de winter neemt de plant een rustperiode.
6. Cephalotus Follicularis
Deze bekerplant komt alleen voor in Zuidwest Australië. De bekers zijn bijzonder, omdat er een soort ‘tanden’ aan de rand van deze vallen zitten. Hierdoor kunnen kruipende insecten zoals mieren (de hoofdmaaltijd van de cephalotus) moeilijk ontsnappen als ze eenmaal in de beker terecht zijn gekomen. In Nederland moet deze plant tijdig naar binnen, want temperaturen van minder dan 15° kan deze moeilijk verdragen. De cephalotus is een zonaanbidder en verbruikt minder water dan de meeste vleesetende planten.
7. Heliamphora heterodoxa
Deze bekerplant komt alleen voor op tafelbergen. Dat zijn bergen met steile hellingen en een platte uitgestrekte top. De heliamphora heeft een relatief eenvoudige beker die bestaat uit een opgerold blad. Op de top zit een lipje met een voor insecten heerlijke geur om deze te lokken. Op de bodem van de beker zitten veterende enzymen. De heliamphora kan slecht tegen te hoge of lage temperaturen, de grenzen liggen tussen 3°C en 25°C. Een plekje binnen met veel zon is het meest ideaal. De bodem moet vochtig blijven, maar hoeft niet kletsnat te zijn.
Bekijk ook:
Dit artikel bevat affiliate links. Als je hierop klikt en een bestelling plaatst, ontvangen wij een percentage, maar jij betaalt gewoon het normale bedrag voor je product.